Trends-CA

Na de verkiezingen blijkt vertrouwen het echte tekort

Door Gijs Moonen – Valse AI-beelden van Frans Timmermans op een geheime PVV-Facebookpagina. Genocideposters met coalitieleden van het kabinet-Schoof. En de eindeloze stroom wederzijdse verwijten van hypocrisie tot aan het slotdebat. De verkiezingscampagne laat deze dagen meer zien dan tactiek of strategie. Ze legt een dieper probleem bloot: structureel wantrouwen als onderstroom van onze samenleving.

Wie dacht dat beloften van ‘verbinding’, ‘nieuw bestuur’ en ‘stabiliteit’ deze campagne echt zouden kleuren, komt bedrogen uit. Achter de verhitte debatten tussen links en rechts schuilt iets fundamentelers dan polarisatie. Polarisatie is zichtbaar: botsende meningen, harde toon, strijd in het midden. Wantrouwen is stiller, sluipender en destructiever. Het is het vermoeden dat de ander niet alleen ongelijk heeft, maar kwaad in de zin heeft. Dat de overheid niet faalt, maar liegt. Dat de media niet onderzoeken, maar manipuleren. Dat bedrijven niet communiceren, maar verhullen.

Vertrouwen als voorwaarde voor vooruitgang

Vertrouwen is geen luxe, maar een voorwaarde voor samenwerking, economie en democratie. Het stelt mensen in staat risico te nemen op basis van de verwachting dat de ander handelt met voorspelbaarheid, verantwoordelijkheid en wederkerigheid. Zonder dat fundament wordt elk debat harder, elke crisis dieper en elke samenwerking brozer.

Wat ooit barstjes waren in het vertrouwen, zijn nu scheuren geworden. Niet alleen tussen burger en politiek, maar ook tussen bedrijven en consumenten, tussen media en publiek, tussen waarheid en onderbuikgevoel.

De toeslagenaffaire, de aardbevingsschade in Groningen en de stikstofimpasse zijn geen incidenten, maar episodes in hetzelfde verhaal: dat van beloften die niet werden waargemaakt en fouten die te laat werden hersteld. Elk van die verhalen voedt het idee dat systemen niet voor mensen werken, maar tegen hen. En dat gevoel verspreidt zich. Wantrouwen is besmettelijk. Eén ervaring, één video, één incident kan genoeg zijn om hele groepen te overtuigen dat er iets fundamenteel mis is.

De vertrouwenskloof groeit

Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau vertrouwt 67 procent van de Nederlanders andere mensen in het algemeen. Maar dat gemiddelde maskeert grote verschillen. In regio’s als Oost-Groningen en delen van Limburg ligt dat vertrouwen beduidend lager: respectievelijk 46 en 55 procent.

Dezelfde kloof zie je tussen opleidingsniveaus. Van de hogeropgeleiden zegt driekwart vertrouwen te hebben in de politiek; onder lageropgeleiden is dat nog maar één op de vijf. En jongeren? Die vertrouwen minder in politiek en media dan voorgaande generaties, blijkt uit recente SCP- en I&O-onderzoeken. Niet omdat ze onverschillig zijn, maar omdat ze zich minder vertegenwoordigd voelen en minder perspectief ervaren.

Dat wantrouwen is niet ideologisch, maar existentieel. Het gaat niet over meningsverschillen, maar over bestaanszekerheid: hoor ik erbij, telt mijn stem, doet het ertoe wat ik zeg?

De les voor politiek, bedrijfsleven en communicatie

Voor de politiek betekent dit meer dan een andere toon. Het betekent erkennen dat sommige systemen mensen kapot hebben gemaakt, en dat herstel geen symboolpolitiek mag zijn. Vertrouwen groeit pas als woorden worden gevolgd door daden: voorspelbaar, consequent en zichtbaar.

Voor bedrijven ligt de lat niet lager. Vertrouwen bouw je niet op met slogans over duurzaamheid of maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar door congruent gedrag: doen wat je zegt, ook als niemand kijkt. En juist als het misgaat.

Zwijgen uit angst voor reputatieschade is olie op het vuur. In tijden van maatschappelijke onrust is niets zeggen vaak schadelijker dan een fout toegeven. Zoals ik eerder schreef in het FD: bedrijven verliezen meer door te zwijgen dan door stellingname (FD Opinie, maart 2024). Consumenten prikken moeiteloos door de neiging om te wachten tot de storm overwaait. Vertrouwen vraagt niet om perfectie en controle, maar om verantwoordelijkheid en consistentie.

De communicatiefunctie staat daarin centraal. Communicatieprofessionals weten hoe snel vertrouwen kan kantelen en hoe moeilijk het terug te winnen is. Dat betekent dat merken en organisaties niet alleen reactief moeten zijn, maar ook inoculatief: voorbereid op de verhalen die hun geloofwaardigheid kunnen ondermijnen.

Recent onderzoek toont dat ‘prebunking’ – het vooraf uitleggen van misleidende claims – het vertrouwen in verkiezingen meetbaar verhoogt. Voor politiek en merken geldt hetzelfde: wie vooraf context geeft, beschermt vertrouwen beter dan wie pas ontkracht nadat de twijfel is gezaaid.

Niet verbinden om het verbinden

De reflex in politiek en communicatie is vaak: we moeten verbinden. Maar verbinding is geen doel op zich. Zonder gedeeld vertrouwen is het een loze marketingterm. Verbinding veronderstelt een minimaal geloof dat de ander te goeder trouw handelt. Dat geloof is niet vanzelfsprekend meer.

Daarom moeten we niet alleen praten over vertrouwen, maar het actief organiseren. Door te erkennen dat sommige groepen zich structureel buitengesloten voelen. Door beleid en communicatie af te stemmen op hun ervaring. Door recht te doen aan ongelijkheid, niet alleen aan sentiment.

Het nieuwe normaal mag geen wantrouwen zijn

De woorden zijn mooier geworden: luisteren, samenwerken, herstel van vertrouwen. Maar de grond onder die woorden verschuift nog steeds. Als we niets doen, groeit het wantrouwen en is communicatie niets anders dan een façade.

De opdracht voor politiek, media en bedrijfsleven is dezelfde: doe wat je zegt. Wees voorspelbaar, transparant en aanspreekbaar. En als het misgaat, herstel je niet alleen je verhaal, maar ook je gedrag.

Vertrouwen is geen soft value. Het is een fundament – en wie dat vergeet, merkt te laat dat de schade niet meer communicatief te repareren is.

Gijs Moonen is mede-oprichter van communicatiebureau Ovide Agency

Bronnen/verwijzingen:

Minste vertrouwen in Tweede Kamer in 10 jaar tijd
Prinsjesdagonderzoek 2025: politiek vertrouwen daalt naar niveau van voor kabinet-Schoof
SCP: Structurele ongelijkheid beïnvloedt welzijn en gezondheid, sociaal vertrouwen en vertrouwen in overheid
Bijna 7 op de 10 Nederlanders hebben vertrouwen in het leger
Onder Nederlanders met hbo- en wo-opleiding daalt vertrouwen in regering
Nederlander heeft meer vertrouwen in de EU dan in de Tweede Kamer
Vertrouwen in mensen, recht en politiek; Europese vergelijking
https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.aeb0116 Hoe populisme realiteit is voor bedrijven

Related Articles

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Back to top button