Provincie maakt plan om Zeeuws buitengebied te redden

Het Programma Landelijk Gebied is een vervolg op het eerdere Zeeuws Gebiedsprogramma, dat al in 2023 werd vastgesteld als een eerste aanpak om aan Europese en landelijke doelen voor natuur, stikstof, water en klimaat te werken. Toen het Nationaal Programma Landelijk Gebied wegviel, besloten Gedeputeerde Staten om met een eigen Zeeuwse aanpak te blijven werken aan de doelen. Uiteraard wel onder een nieuwe (creatieve) naam: Programma Landelijk Gebied Provincie Zeeland. Gedeputeerde Wilfried Nielen: „De nieuwe naam laat beter zien dat dit hét kader is voor alles wat we in het landelijke gebied van Zeeland doen en nog gaan doen. Voor inwoners en partners verandert er verder niets: de projecten en maatregelen lopen gewoon door.”
Op 24 oktober 2025 organiseerde de provincie een Rondetafelgesprek over het Programma Landelijk Gebied. Tijdens dat gesprek gaan de aanwezigen onder meer in op het doel van het plan –„een duurzaam evenwicht vinden tussen natuur, landbouw, waterkwaliteit, zoetwaterbeschikbaarheid en klimaatadaptatie om zo te komen tot een gezond en toekomstbestendig landelijk gebied”–, op de problemen in het buitengebied en op de beoogde oplossingen. Het gesprek is terug te kijken op https://channel.royalcast.com/zeeland/#!/zeeland/20251024_1.
https://channel.royalcast.com/zeeland/#!/zeeland/20251024_1
Problemen op vijf gebieden
De problemen die zich in het Zeeuwe buitengebied voordoen, liggen op vijf gebieden. Allereerst verliest de natuur terrein, stelt de provincie. De Zeeuwse natuurgebieden –van de Verdronken Landen van Saeftinghe tot aan de duingebieden bij Westkapelle– kampen met achteruitgang. Plant- en diersoorten verdwijnen, vooral door verdroging, stikstofuitstoot en intensieve landbouw. Van de zestien Natura 2000-gebieden in Zeeland voldoet er geen een volledig aan de Europese eisen.
Plant- en diersoorten verdwijnen door verdroging, stikstof en intensieve landbouw
In de tweede plaats is het Zeeuwse water te zout of te vies. Dat heeft allereerst te maken met de ligging aan zee; er is voortdurend strijd tegen verzilting: tegen zout water dat oprukt in sloten en landbouwgrond. Tegelijk zorgt klimaatverandering voor langere droge periodes, afgewisseld met hoosbuien. Ook de kwaliteit van het oppervlaktewater is niet op orde. Door mest, bestrijdingsmiddelen en riooloverstorten komt er veel vervuiling in sloten en kreken terecht.
Het Zeeuwse water is op veel plekken te zout of te vies. Dat heeft allereerst te maken met de ligging aan zee; er is voortdurend strijd tegen verzilting: tegen zout water dat oprukt in sloten en landbouwgrond. beeld ANP, Iris van den Broek
In de derde plaats staat het voortbestaan van boerenbedrijven onder druk. Boeren hebben te maken met steeds strengere regels, hoge kosten en onzekerheid over de toekomst. De grond is schaars en duur, en de marges zijn smal. Daarnaast zijn er spanningen tussen landbouw en natuur: waar de natuur meer rust en ruimte nodig heeft, willen boeren kunnen produceren. Veel bedrijven willen verduurzamen, maar weten niet goed hoe of missen geld en duidelijkheid.
Klimaatverandering
In de vierde plaats is daar de beruchte klimaatverandering, die Zeeland harder raakt dan veel andere provincies. De stijgende zeespiegel, droogte, verzilting en zware regenbuien dwingen tot aanpassing. Het landelijk gebied moet niet alleen groener, maar ook weerbaarder worden, met meer ruimte voor water, meer schaduw, betere bodems en slimme landbouwsystemen.
Tot slot benoemt het PLG de versnippering van beleid als probleem. Meerdere partijen hadden meerdere projectjes op meerdere gebieden lopen en ze werkten niet altijd goed samen. Er waren aparte plannen voor water, natuur, landbouw en klimaat. Dat maakte vooruitgang moeilijk. Het PLG wil dat doorbreken en één gezamenlijke koers varen met als kern: herstel van natuur, verbetering van water, vernieuwing van landbouw en aanpassing aan het klimaat.
Zeeland wil ondergrondse of bovengrondse wateropslagplaatsen realiseren, zodat boeren in droge periodes makkelijker water kunnen gebruiken. beeld ANP, Jeffrey Groeneweg
Groenblauwe dooradering
De grote vraag is natuurlijk: hóé denkt de provincie de problemen dan precies het hoofd te bieden? Met betrekking tot probleem 1, het teruglopen van de biodiversiteit, wil ze allereerst bestaande natuur herstellen. In en rond de Natura 2000-gebieden wordt gewerkt aan betere waterhuishouding, minder stikstof en meer rust voor planten en dieren. Verder wil Zeeland nieuwe natuur aanleggen: graslanden omvormen tot bloemrijke weides en bos aanplanten. Een volgend idee heet ”groenblauwe dooradering” en daarmee bedoelt de provincie: heggen, houtwallen, slootkanten en kleine bosjes herstellen of aanleggen, zodat dieren zich kunnen verplaatsen en het landschap meer biodiversiteit krijgt. En tot slot wil de regionale overheid samenwerken met lokale boeren en dorpen om het karakter van het Zeeuwse platteland met zijn dijken, kreken en vergezichten te behouden.
Zeeland wil opslagplaatsen voor water realiseren
Met betrekking tot probleem 2, slechte waterkwaliteit, wil Zeeland water langer in het landschap vasthouden. Dat kan door sloten minder diep te maken of kleinschalige waterbergingen aan te leggen. Verder wil ze strengere regels en controles rond mest en bestrijdingsmiddelen en schonere teeltmethoden stimuleren om de vervuiling van grondwater tegen te gaan. Ook wil Zeeland, in samenwerking met waterschappen, ondergrondse of bovengrondse opslagplaatsen realiseren, zodat boeren in droge periodes makkelijker water kunnen gebruiken. Tot slot ziet de provincie wel iets in slimmere irrigatiemethodes als druppelirrigatie en in sensortechnieken om watergebruik te verminderen. Ze denkt erover om boeren te stimuleren om daarvan gebruik te maken.
Omschakelfonds
Wat betreft probleem 3, de dreigende stop van veel boerenbedrijven, wil Zeeland zogenoemde omschakelfondsen creëren. Die zijn bedoeld voor boeren die willen overstappen op natuur-inclusieve landbouw of biologische productie. Ook wil de provincie inzetten op kennis en innovatie. Denk daarbij aan proefprojecten waarin nieuwe teelten worden getest, zoals zouttolerante gewassen, of aan precisielandbouw met drones en data. Tot slot wil ze kringlooplandbouw en bodemverbeteringsprojecten stimuleren.
Zeeland wil de gevolgen van klimaatverandering tegengaan door onder meer klimaatbuffers te realiseren en minder asfalt en juist meer doorlatende grond in dorpen en erven te leggen. beeld ANP, Jerry Lampen
De problemen die klimaatverandering met zich meebrengen zijn natuurlijk niet 1-2-3 op te lossen. De provincie Zeeland denkt eraan om meer bossen voor CO₂-opslag en verkoeling aan te leggen. Verder wil ze natuurlijke klimaatbuffers realiseren: gebieden waar water tijdelijk kan worden opgevangen bij hevige regen. Ook wil ze verstening tegengaan door minder asfalt en juist meer doorlatende grond in dorpen en erven te leggen. En om schonere energie op te wekken wil ze ruimte blijven bieden aan zonnepanelen en kleine windmolens, mits die in het landschap passen.
Om schonere energie op te wekken wil Zeeland ruimte blijven bieden aan zonnepanelen en kleine windmolens, mits die in het landschap passen. beeld ANP, Lex van Lieshout
Probleem 5, de gebrekkige samenwerking en de versnippering van beleid, moet opgelost worden door –uiteraard– beter samen te werken. Zeeland wil boeren, landbouworganisaties, waterschappen, natuur- en milieuorganisaties, gemeenten en inwoners bij elkaar brengen en kiest daarbij voor een gebiedsgerichte aanpak. Gedeputeerde Nielen: „Elk gebied krijgt een eigen plan, afgestemd op lokale problemen en kansen. Zo worden maatregelen niet van bovenaf opgelegd, maar samen uitgewerkt.”
Geld
Het uitvoeren van al deze plannen kost natuurlijk geld. Veel geld. Voor de periode 2025–2030 is er ongeveer 260 miljoen euro nodig, denkt de provincie. Dat geld moet uit verschillende potten komen: Rijksmiddelen voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), fondsen van de provincie, bijdragen van waterschappen en gemeenten en Europese subsidies als het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het grootste deel van het geld gaat naar waterbeheer en natuurherstel (ongeveer 55%), gevolgd door duurzame landbouw (30%) en klimaatmaatregelen (15%).
Milieuorganisaties vinden de maatregelen soms te vrijblijvend
Hoewel het programma ambitieus is, zijn er zorgen. Zo vrezen boeren dat er te veel regels komen en er te weinig ruimte voor ondernemen is. Milieuorganisaties vinden de maatregelen soms te vrijblijvend met resultaten die soms jáááren op zich laten wachten. En bijna elke partij vraagt zich af of er genoeg geld beschikbaar komt om alle plannen uit te voeren.
Tot 16 december kan iedere Zeeuw het Programma Landelijk Gebied inzien en een zienswijze indienen om zo mee te schrijven aan de toekomst van het buitengebied. beeld ANP, Robin Utrecht
Zienswijze indienen
Tot 16 december kan iedere Zeeuw, van boer tot burger, het plan inzien en „een zienswijze” indienen. „Want het Zeeuwse buitengebied is van ons allemaal en de toekomst ervan schrijven we samen.” De binnengekomen reacties worden begin 2026 besproken in Provinciale Staten. Vervolgens wordt het definitieve programma in het tweede kwartaal van 2026 vastgesteld. Het PLG is te vinden op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-18171.html. Schriftelijke zienswijzen kunnen, voorzien van adresgegevens en motivering, worden gestuurd naar Provincie Zeeland, t.a.v. Programma Landelijk Gebied, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg. Mailen kan ook; het mailadres is landelijkgebied@zeeland.nl.




