Sint Maartens Statenlid dat stemmen kocht moet loon terugbetalen

Sint Maarten – Voormalig parlementariër Akeem Arrindell moet de schadeloosstelling (lees: beloning) die hij als Statenlid heeft ontvangen terugbetalen. Dat heeft het Hof in een zogeheten ontnemingsprocedure bepaald nadat de rechtbank in eerste aanleg de eis van het OM had verworpen.
Arrindell (United People’s Party) is eerder al veroordeeld voor het kopen van stemmen bij de Statenverkiezingen in januari vorig jaar. In een aparte ontnemingsprocedure oordeelde een lagere rechter onlangs dat niet vast staat dat de politicus financieel voordeel van de fraude heeft genoten omdat niet uit te sluiten is dat hij ook zonder de gekochte stemmen zou zijn gekozen.
Het Hof is het eens met die redenering, maar volgt wel de stelling van het OM dat Arrindell bij zijn installatie als Statenlid op 10 februari 2024 een valse eed heeft afgelegd. Bij die gelegenheid verklaarde hij niets te hebben gegeven of beloofd in verband met zijn verkiezing. Het afleggen van een valse eed stelde hem in staat zijn parlementszetel in te nemen en salaris te ontvangen, concludeert het Hof. Daarom moet hij 73.372 terugbetalen. Blijft hij in gebreke dan wordt een hechtenis van een jaar opgelegd. Arrindell werd ruim 5 maanden na zijn aantreden gearresteerd op verdenking van het ronselen van stemmen.
Voor het zich “willens en wetens” schuldig te maken aan het kopen van stemmen heeft het Hof Arrindell veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar met een proeftijd van drie jaar en 90 uur dienstverlening. Het Hof stelde dat bij verkiezingsfraude een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf gerechtvaardigd is, maar rekening te willen houden met persoonlijke omstandigheden: het verliezen van zijn Statenzetel, de maatschappelijke impact van de publiciteit over de zaak en het feit dat hij zijn vergoeding moet terugbetalen. Verder is Arrindell voor een periode van zes jaar uitgesloten van dienst als politieagent en gedurende zes jaar niet verkiesbaar. Volgens het Hof weerspiegelen deze sancties de ernst van gedrag dat de integriteit van democratische processen en de rechtspleging ondermijnt.




