Trends-AU

D66 laat zien hoe progressieve politiek kan winnen: met optimisme en een Nederlandse vlag

Jarenlang klonk links als een zeurende ouder: kan niet, mag niet, gaan we niet doen. Rob Jetten draaide het om en voerde campagne met een positieve boodschap en een vleugje progressief patriottisme. Het bezorgde D66 de grootste verkiezingsoverwinning in de geschiedenis van de partij.

D66 is de grote winnaar van deze verkiezingen. Onder Rob Jetten verdrievoudigt de partij haast haar zetelaantal: van 9 naar 26. In een tijd waarin alles links van het CDA vooral klonk als somber en betweterig, liet Jetten zien dat het ook anders kan. Dat progressieve politiek wél kan winnen. Zes verklaringen voor zijn overwinning.

1. Het kan wél

Jarenlang klonk links als een zeurende ouder: kan niet, mag niet, gaan we niet doen. Jetten draaide het script om. Zijn boodschap is niet: ‘De wereld gaat naar de verdoemenis, dus we moeten nu stoppen met vliegen, gehaktballen, kinderen krijgen.’ Maar: ‘Dit land kan zoveel beter, dus aan de slag.’

Na jaren van kabinetswisselingen, vastgelopen beleid en onafgehandelde schandalen (toeslagen, Groningen) was dat precies de toon waar veel kiezers op zaten te wachten. Hij sloot aan bij de YIMBY-filosofie van de Amerikaanse journalisten Ezra Klein en Derek Thompson: Yes, in my backyard. Minder lullen, meer poetsen.

Jetten begreep daarmee iets wat de VVD onder Yeşilgöz is kwijtgeraakt: optimisme verkoopt. In tijden van cynisme en wantrouwen is hoop een goed product. Terwijl de VVD steeds zwartgalliger ging klinken, trok Jetten de gordijnen open. Tien nieuwe steden zijn weliswaar niet de meest realistische stip op de horizon, maar spreken wel tot de verbeelding.

2. Progressief patriottisch

Nationalisme werd lang gezien als rechts. De vlag, het volkslied en nationale trots werden overgelaten aan de PVV, de boerenprotesten en de borreltafel van Vandaag Inside. In progressieve kringen gold ‘trots op Nederland’ al snel als ‘eigen volk eerst’.

Jetten brak met die misplaatste zelfkastijding. Je kunt prima trots zijn op een land dat tot de gelukkigste landen ter wereld behoort, zonder minderheden uit te sluiten of buitenlanders te beschimpen. Op het D66-congres stond hij met een grijns onder een breed wapperende driekleur.

In debatten zette hij Wilders klem met een ander soort trots: progressief patriottisme. Niet: jij verdedigt Nederland, ik verdedig de internationale rechtsorde, de Europese Unie of de Verenigde Naties. Maar: wíj verdedigen Nederland.

3. Polariseren op de inhoud

In de debatten viel nog iets op. Waar Timmermans vooral in toon en Bontenbal in taal premierwaardig wilden overkomen, gooide Jetten de beuk erin. Of het nu ging om klimaat of migratie:* hij schuwde de confrontatie niet en richtte zijn pijlen keer op keer op de partij van Geert Wilders en diens beleid.

Veel lijsttrekkers vonden dat spannend. Ze waren bang dat harde debatten het politieke klimaat nog giftiger zouden maken. Maar er is een verschil tussen polarisatie op personen en polarisatie op de inhoud. Verkiezingen zijn juist bedoeld om verschillen zichtbaar te maken, zeker met vijftien fracties in de Tweede Kamer.

En nergens waren de onderlinge verschillen in toon en richting zo duidelijk als tussen D66 en de PVV. Ondertussen vermeed Jetten onnodig gekissebis met partijen die juist dicht bij hem stonden, terwijl Bontenbal en Timmermans tegen elkaar ten strijde trokken over details.

Laat één ding duidelijk zijn: D66 is absoluut niet naar rechts opgeschoven op economisch gebied. En dat hoeft ook niet. Onderzoek van I&O Research (2022) laat zien dat de meerderheid van de kiezers, van vrijwel álle partijen, graag minder belasting wil op arbeid en meer op kapitaal.

Dus kom maar op met die progressieve erf- en schenkbelasting, kap met die hypotheekrenteaftrek en bovenal: laat werken meer lonen. D66 stelde zelfs een miljonairsbelasting voor.

5. Een brede coalitie

Progressieve mensen die het voor 80 procent met elkaar eens zijn, hebben – anders dan VVD’ers – een talent om het louter te hebben over de 20 procent waarop ze elkaar niet kunnen vinden. Jetten slaagde erin mensen met heel verschillende politieke achtergronden aan te spreken.

Het narcisme van het kleine verschil is begrijpelijk – het kan altijd beter, zuiverder, eerlijker – maar werkt vaak contraproductief. Uiteindelijk schiet niemand er iets mee op als je vooral met gelijkgestemden blijft twisten over details. Het is beter om met een gemengde meerderheid resultaten te boeken op belangrijke thema’s.

De eerste data laten zien dat dit Jetten bij uitstek gelukt is. Volgens de cijfers van Ipsos I&O kwam 20 procent van de D66-kiezers bij GroenLinks-PvdA vandaan, 13 procent bij NSC en 11 procent bij de VVD; 9 procent stemde bij de vorige verkiezingen niet en 7 procent stemde eerder zelfs op de PVV.

Het kluitjesvoetbal op links zorgde de afgelopen jaren voor individuele winnaars: Samsom in 2012, Klaver in 2017, Kaag op tafel in 2021. Maar het progressieve blok werd ondertussen steeds kleiner. Jetten is erin geslaagd juist ook rechtse kiezers aan te spreken in zijn campagne, en een brede tent op te tuigen.

6. Evenwichtskunst op migratie

De opvallendste en gewaagdste stap van D66 was de koerswijziging op migratie. Bij dat thema is het verschil tussen je oor te luisteren leggen bij burgers en je oren laten hangen naar racisten flinterdun.

We kunnen constateren dat progressieve partijen jarenlang onvoldoende hun oor te luisteren hebben gelegd. Minder dan 13 procent van de kiezers plaatst zichzelf op asiel links van GroenLinks-PvdA.*

Ondertussen sloegen veel centrumrechtse partijen juist door naar de andere kant: zij lieten hun oren hangen. De verkiezingen van 2023 waren wat dat betreft een dieptepunt: de VVD van Dilan Yeşilgöz voerde feitelijk campagne voor Geert Wilders.

Tussen die twee uitersten lukte het Jetten te koorddansen. Net als andere progressieve partijen hamerde hij op basiszaken die integratie bevorderen, van direct aan het werk tot een eerlijke spreiding van statushouders en asielzoekers (in plaats van twee keer zoveel huisvesting in de armste gemeenten).*

Tegelijkertijd zei D66 nu plotseling dat asielaanvragen buiten Europa moeten gebeuren, naar Canadees voorbeeld. Bij de overtocht vanuit Noord-Afrika zijn inmiddels meer dan 28.000 mensen omgekomen. Jetten wil dat dit ophoudt. Daarvoor moet ook het VN-Vluchtelingenverdrag op de schop.

Hoop is geen zwaktebod

Critici zullen zeggen dat we de daverende winst van Jetten niet moeten overdrijven. Ja, D66 is de kleinste grootste partij ooit – samen met de PVV – en zo progressief als D66 zal het kabinet van Jetten vermoedelijk niet worden. Maar vandaag is D66 een lichtend voorbeeld voor andere progressieve partijen in binnen- en buitenland.

Na jaren van somber realisme laat Jetten zien dat hoop geen zwaktebod is en dat een positieve boodschap aanslaat, ook in een tijd van wantrouwen en vermoeid cynisme.

Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost
tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.

Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken
diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in
hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er
gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.

Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote
behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht
op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen
wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!

Ik word lid

Related Articles

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Back to top button